Jeremia 8:4

4 Zeg wijders tot hen: Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en niet weder opstaan? Zal men afkeren, en niet wederkeren?

Jeremia 8:4 Meaning and Commentary

Jeremiah 8:4

Moreover, thou shalt say unto them
The Jews, in Jeremiah's time, in order to leave them inexcusable, though the Lord had before assured that they would not hearken to him, ( Jeremiah 7:27 ) : thus saith the Lord, shall they fall, and not rise?
men, when they fall, endeavour to get up again, and generally they do: shall he turn away, and not return?
when a man turns out of the right way into a wrong one, as soon as he is sensible of his mistake, he returns back; this is usually done among men. This is generally the case in a natural sense, and might be expected in a moral sense; that whereas these people had fallen into sin, they would rise again by repentance; and, having turned from the good ways of God, would soon return again to them.

Jeremia 8:4 In-Context

2 En zij zullen ze uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad, en die zij gediend, en die zij nagewandeld, en die zij gezocht hebben, en voor dewelke zij zich nedergebogen hebben; zij zullen niet verzameld noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn.

3 En de dood zal voor het leven verkoren worden, bij het ganse overblijfsel der overgeblevenen uit dit boze geslacht, in al de plaatsen der overgeblevenen, waar Ik hen henengedreven zal hebben, spreekt de HEERE der heirscharen.

4 Zeg wijders tot hen: Zo zegt de HEERE: Zal men vallen, en niet weder opstaan? Zal men afkeren, en niet wederkeren?

5 Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren weder te keren.

6 Ik heb geluisterd en toegehoord, zij spreken dat niet recht is, er is niemand, die berouw heeft over zijn boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert zich om in zijn loop, gelijk een onbesuisd paard in den strijd.