Jesaja 24:17

17 De vrees, en de kuil, en de strik over u, o inwoners des lands!

Jesaja 24:17 Meaning and Commentary

Isaiah 24:17

Fear, and the pit, and the snare, [are] upon thee, O
inhabitant of the earth.
] This is to be understood not of the land of Judea only, and the inhabitants of it, but of all the earth; Kimchi interprets it of the nations of the world, particularly the Greeks and Turks; but the whole world, and the inhabitants of it, are meant, as the following verses show. There is an elegant play on words in the Hebrew, which cannot well be expressed in English, in the words "pachad, pachath, pach", fear, pit, and a snare; which are expressive of a variety of dangers, difficulties, and distresses; there seems to be an allusion to creatures that are hunted, who flee through fear, and fleeing fall into pits, or are entangled in snares, and so taken. Before the last day, or second coming of Christ to judge the world, there will be great perplexity in men's minds, great dread and fear upon their hearts, and much distress of nations; and the coming of the Son of Man will be as a snare upon the earth; see ( Luke 21:25 Luke 21:26 Luke 21:35 ) .

Jesaja 24:17 In-Context

15 Daarom eert den HEERE in de valleien, in de eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

16 Van het uiterste einde der aarde horen wij psalmen, tot verheerlijking des Rechtvaardigen. Doch nu zeg ik: Ik word mager, ik word mager, wee mij! de trouwelozen handelen trouwelooslijk, en met trouweloosheid handelen de trouwelozen trouwelooslijk.

17 De vrees, en de kuil, en de strik over u, o inwoners des lands!

18 En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.

19 De aarde zal ganselijk verbroken worden, de aarde zal ganselijk vaneen gescheurd worden, de aarde zal ganselijk bewogen worden.