Job 41:3

3 Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner gestaltenis.

Job 41:3 Meaning and Commentary

Job 41:3

Will he make many supplications unto thee?
&c.] To cease pursuing him, or to let him go when taken, or to use him well and not take away his life; no, he is too spirited and stouthearted to ask any favour, it is below him;

will he speak soft [words] unto thee?
smooth and flattering ones, for the above purposes? he will not: this is a figurative way of speaking.

Job 41:3 In-Context

1 Niemand is zo koen, dat hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht stellen zou?
2 Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne.
3 Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner gestaltenis.
4 Wie zou het opperste zijns kleeds ontdekken? Wie zou met zijn dubbelen breidel hem aankomen?
5 Wie zou de deuren zijns aangezichts opendoen? Rondom zijn tanden is verschrikking.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.