Joël 3:17

17 En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid; en Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet meer door haar doorgaan.

Joël 3:17 Meaning and Commentary

Joel 3:17

So shall ye know that I [am] the Lord your God dwelling in
Zion, my holy mountain
The church of God, which is his dwelling place; and will appear more manifestly to be so at this time, when Christ the Lamb will stand on Mount Zion, with an 144,000, having his Father's name in their foreheads, ( Revelation 14:1 ) ; and which presence of the Lord will be clearly discerned by his people; by the destruction of their enemies, and by his protection of them; by his being their hope and strength, their refuge and their fortress; they will experimentally know his divine inhabitation among them: then shall Jerusalem be holy;
or "holiness" F19; not Jerusalem, literally taken, as Kimchi; though, it being now rebuilt, will be inhabited by holy persons, the converted Jews, and so all manner of holiness practised in it; but rather the whole church of God everywhere, consisting of holy persons, made so through the holiness of Christ imputed to them, and the sanctifying grace of his Spirit wrought in them; not that they will be perfectly holy in themselves, as the saints will in the New Jerusalem state, ( Revelation 21:2 Revelation 21:27 ) ; but they will be greatly so; holiness will be predominant and universal among men; there will be more real saints, and fewer hypocrites will be in the churches; see ( Isaiah 4:3 ) ( Zechariah 14:20 Zechariah 14:21 ) ; and there shall no strangers pass through her any more;
to hurt and annoy the church of God; for there shall be none in these times to molest, disturb, and hurt, in all the holy mountain of the Lord, ( Isaiah 11:9 ) ; or to pollute her with false doctrine, superstitious worship, or morality; or her communion shall not be interrupted and made uncomfortable, or she be pestered with hypocrites and ungodly persons, strangers to God and godliness, to Christ, his Spirit, and the power of religion; see ( Isaiah 52:1 ) ( Ezekiel 44:9 ) .


FOOTNOTES:

F19 (vdq) "sanctitas", Munster, Mercerus, Vatablus, Piscator, Tarnovius.

Joël 3:17 In-Context

15 De zon en maan zijn zwart geworden, en de sterren hebben haar glans ingetrokken.
16 En de HEERE zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht Zijns volks, en de Sterkte der kinderen Israels zijn.
17 En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid; en Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet meer door haar doorgaan.
18 En het zal te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, en de heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda vol van water gaan; en er zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren.
19 Egypte zal tot verwoesting worden, en Edom zal worden tot een woeste wildernis, om het geweld, gedaan aan de kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed vergoten hebben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.