Johannes 1:40

40 Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.

Johannes 1:40 Meaning and Commentary

John 1:40

One of the two which heard John [speak]
The above things, concerning Jesus being the Lamb of God:

and followed him;
that is, Jesus, as the Syriac and Arabic versions read; and the Persic version, Christ: and the Ethiopic version, "the Lord Jesus"; for not John, but Jesus they followed:

was Andrew, Simon Peter's brother:
see ( Matthew 4:18 ) the other, as before observed, might be the writer of this Gospel.

Johannes 1:40 In-Context

38 En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen:
39 Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij?
40 Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.
41 Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden, en Hem gevolgd waren.
42 Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de Christus.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.