Johannes 10:6

6 Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak.

Johannes 10:6 Meaning and Commentary

John 10:6

This parable spake Jesus unto them
To the Pharisees, who were with him, ( John 9:40 ) ;

but they understood not what things they were which he spake unto
them;
the things spoken by him being delivered in a parabolical way, though in lively figures, and in terms plain and easy to be understood; yet what through the blindness of their minds, and the hardness of their hearts, and their prejudices in favour of themselves, and against Christ, they did not understand what were meant by them; see ( Matthew 13:13-15 ) .

Johannes 10:6 In-Context

4 En wanneer hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij voor hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem kennen.
5 Maar een vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij de stem des vreemden niet kennen.
6 Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak.
7 Jezus dan zeide wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de Deur der schapen.
8 Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.