Johannes 12:8

8 Want de armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd.

Johannes 12:8 Meaning and Commentary

John 12:8

For the poor always ye have with you
And so would not want opportunities of showing a regard to them, which Christ always recommended; nor does he here in the least discourage an industrious and affectionate concern for them: the words seem to be a sort of prophecy, that there would be always poor persons in the churches of Christ, to be taken care of and provided for; (See Gill on Matthew 26:11); and yet the Jews suppose cases, in which the collectors of alms may have no poor to distribute to, and direct what they shall do in such cases ^F12:

but me ye have not always;
meaning, with respect to his corporeal presence, which would be quickly withdrawn from them, when there would be no more an opportunity of showing him personal respect, in such a way.

---

FOOTNOTES:

F12 T. Bab. Pesachim, fol. 13. 1. & Bava Metzia, fol. 38. 1. & Bava Bathra, fol. 8. 2.

Johannes 12:8 In-Context

6 En dit zeide hij, niet omdat hij bezorgd was voor de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen gegeven werd.

7 Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard tegen den dag Mijner begrafenis.

8 Want de armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet altijd.

9 Een grote schare dan der Joden verstond, dat Hij aldaar was; en zij kwamen, niet alleen om Jezus' wil, maar opdat zij ook Lazarus zouden zien, dien Hij uit de doden opgewekt had.

10 En de overpriesters beraadslaagden, dat zij ook Lazarus doden zouden.