Johannes 20:28

28 En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God!

Johannes 20:28 Meaning and Commentary

John 20:28

And Thomas answered and said unto him
Without examining his hands and side, and as astonished at his condescension and grace, and ashamed of his unbelief:

my Lord and my God;
he owns him to be Lord, as he was both by creation and redemption; and God, of which he was fully assured from his omniscience, which he had given a full proof of, and from the power that went along with his words to his heart, and from a full conviction he now had of his resurrection from the dead. He asserts his interest in him as his Lord and his God; which denotes his subjection to him, his affection for him, and faith in him; so the divine word is called in Philo the Jew, (kuriov mou) , "my Lord" ^F24.

---

FOOTNOTES:

F24 Lib. Allegor. l. 2. p. 101.

Johannes 20:28 In-Context

26 En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!

27 Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.

28 En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God!

29 Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.

30 Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek;