Johannes 8:19

19 Zij dan zeiden tot Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch Mijn Vader; indien gij Mij kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen.

Johannes 8:19 Meaning and Commentary

John 8:19

Then said they unto him, where is thy Father?
&c.] The Persic version adds, "show [him] unto us": produce this witness boasted of, let us see him; this they said in a sneering, taunting, and insulting manner; where is thy Father? what! he is in Galilee; fetch him from thence; it is Joseph the carpenter you mean; a goodly witness indeed!

Jesus answered, ye neither know me nor my Father; if ye had known
me, ye should have known my Father also;
they did not know the divine original of Christ, that he was the Son of God, and that God was his Father; they greatly boasted of their knowledge of God, but they knew him not; their ignorance of Christ showed it: the knowledge of both go together, and which is life eternal; nor can any truly know the one, without the other: and where the one is known, the other will be also; Christ is the brightness of his Father's glory, and the express image of his person: so that he that has seen the one, must know the other; and indeed, no one can know the Father, but he to whom the Son reveals him: this was a severe mortification to these men of knowledge.

Johannes 8:19 In-Context

17 En er is ook in uw wet geschreven, dat de getuigenis van twee mensen waarachtig is.

18 Ik ben het, Die van Mijzelven getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, getuigt van Mij.

19 Zij dan zeiden tot Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch Mijn Vader; indien gij Mij kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen.

20 Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist, lerende in den tempel; en niemand greep Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen.

21 Jezus dan zeide wederom tot hen: Ik ga heen, en gij zult Mij zoeken, en in uw zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, kunt gijlieden niet komen.