Jozua 10:16

16 Maar die vijf koningen waren gevloden, en hadden zich verborgen in de spelonk bij Makkeda.

Jozua 10:16 Meaning and Commentary

Joshua 10:16

But these five kings fled
They were not killed by hailstones, nor slain by the sword of the Israelites, but made their escape, being reserved by the providence of God for a more shameful end:

and hid themselves in a cave at Makkedah;
not in the city of Makkedah, which as yet was not in the hands of Israel, whereas this cave was, as appears by what follows; but it was in some hill, or mountain, near it; in the border of it, as Kimchi expresses it, and where a hill is shown to this day in which it was, as Drusius says.

Jozua 10:16 In-Context

14 En er was geen dag aan dezen gelijk, voor hem noch na hem, dat de HEERE de stem eens mans alzo verhoorde; want de HEERE streed voor Israel.
15 Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het leger te Gilgal.
16 Maar die vijf koningen waren gevloden, en hadden zich verborgen in de spelonk bij Makkeda.
17 En aan Jozua werd geboodschapt, mits te zeggen: Die vijf koningen zijn gevonden, verborgen in de spelonk bij Makkeda.
18 Zo zeide Jozua: Wentelt grote stenen voor den mond der spelonk, en stelt mannen daarvoor om hen te bewaren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.