Jozua 10:35

35 En zij namen haar in ten zelven dage, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, verbande hij op denzelven dag, naar alles, wat hij aan Lachis gedaan had.

Jozua 10:35 Meaning and Commentary

Joshua 10:35

And they took it on that day
The same day they encamped about it and besieged it; the besieged finding they were not able to keep it:

and smote it with the edge of the sword, and all the souls that [were]
therein he utterly destroyed that day;
made an utter devastation of all its inhabitants:

according to all that he had done to Lachish;
the last city he took; this having no king as that had not, its king being one of the five that had been hanged, ( Joshua 10:26 ) .

Jozua 10:35 In-Context

33 Toen trok Horam, de koning van Gezer, op, om Lachis te helpen; maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem geen overigen overliet.

34 En Jozua trok voort van Lachis naar Eglon, en gans Israel met hem; en zij belegerden haar en krijgden tegen haar.

35 En zij namen haar in ten zelven dage, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, verbande hij op denzelven dag, naar alles, wat hij aan Lachis gedaan had.

36 Daarna toog Jozua op, en gans Israel met hem; van Eglon naar Hebron, en zij krijgden tegen haar.

37 En zij namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, zo haar koning als al haar steden, en alle ziel, die daarin was; hij liet niemand in het leven overblijven, naar alles, wat hij Eglon gedaan had; en hij verbande haar, en alle ziel, die daarin was.