Jozua 17:13

13 En het geschiedde, als de kinderen Israels sterk werden, zo maakten zij de Kanaanieten cijnsbaar; maar zij verdreven hen niet ganselijk.

Jozua 17:13 Meaning and Commentary

Joshua 17:13

Yet it came to pass, when the children of Israel were waxed
strong
Increased in numbers, and became superior to the Canaanites, not only those of the tribe of Manasseh, but of the other tribes also:

that they put the Canaanites to tribute;
they did not take away their lives, as they were commanded to do, but made them tributaries to them, which seems to arise from a covetous disposition, and done for the sake of gain:

but did not utterly drive them out;
which they were ordered to do, and could now have done; for if they were able to make them pay tribute to them, they had power sufficient to drive them out, or destroy them, and therefore broke the commandment of God, ( Deuteronomy 7:1 Deuteronomy 7:2 ) ( Deuteronomy 20:16 Deuteronomy 20:17 ) .

Jozua 17:13 In-Context

11 Want Manasse had, in Issaschar en in Aser, Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen, en Jibleam en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Dor en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te En-Dor en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Thaanach en haar onderhorige plaatsen, en de inwoners te Megiddo en haar onderhorige plaatsen: drie landstreken.

12 En de kinderen van Manasse konden de inwoners van die steden niet verdrijven; want de Kanaanieten wilden in hetzelve land wonen.

13 En het geschiedde, als de kinderen Israels sterk werden, zo maakten zij de Kanaanieten cijnsbaar; maar zij verdreven hen niet ganselijk.

14 Toen spraken de kinderen van Jozef tot Jozua, zeggende: Waarom hebt gij mij ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar ik toch een groot volk ben, voor zoveel de HEERE mij dus verre gezegend heeft?

15 Jozua nu zeide tot henlieden: Dewijl gij een groot volk zijt, zo ga op naar het woud, en houw daar voor u af in het land der Ferezieten en der Refaieten, dewijl u het gebergte van Efraim te eng is.