Jozua 18:21

21 De steden nu van den stam der kinderen van Benjamin, naar hun huisgezinnen, zijn: Jericho, en Beth-hogla, en Emek-Keziz,

Jozua 18:21 Meaning and Commentary

Joshua 18:21

Now the cities of the tribe of the children of Benjamin,
according to their families, were Jericho
Which though destroyed, and not to be rebuilt as a city, was yet a place inhabited, and in future times was rebuilt, and in great splendour, and continued to the time of Christ; of which see ( Joshua 2:1 ) ;

and Bethhoglah,
where or near to which was the threshing floor of Atad, at which lamentation was made for Jacob, (See Gill on Genesis 1:10), and (See Gill on Joshua 15:6);

and the valley of Keziz;
or Emekkeziz; so the Greek version calls it Amecasis: it is highly probable it was in the valley or plain of Jericho, and perhaps might have its name from the incision of the balsam tree there; which, as Pliny ^F14 says, was cut with glass or a stone, or with knives made of bone; if cut with iron, it kills it.

---

FOOTNOTES:

F14 Nat. Hist. l. 12. c. 25.

Jozua 18:21 In-Context

19 Verder gaat deze landpale door aan de zijde van Beth-hogla noordwaarts, en de uitgangen van deze landpale zijn aan de tong der Zoutzee noordwaarts, aan het uiterste van de Jordaan zuidwaarts. Dit is de zuiderlandpale.

20 De Jordaan nu bepaalt haar aan den hoek naar het oosten. Dit is het erfdeel der kinderen van Benjamin, in hun landpalen rondom, naar hun huisgezinnen.

21 De steden nu van den stam der kinderen van Benjamin, naar hun huisgezinnen, zijn: Jericho, en Beth-hogla, en Emek-Keziz,

22 En Beth-araba, en Zemaraim, en Beth-El,

23 En Haavvim, en Para, en Ofra,