Jozua 22:6

6 Alzo zegende hen Jozua, en hij liet hen gaan; en zij gingen naar hun tenten.

Jozua 22:6 Meaning and Commentary

Joshua 22:6

So Joshua blessed them, and sent them away
Dismissed them from his presence with a blessing, in order to go to their own country; this he did by wishing them well, praying to God for a blessing on them, their persons, and families, who had been so useful in assisting their brethren to get possession of the land of Canaan. Some think this blessing includes gifts and presents he bestowed on them:

and they went unto their tents;
here the word means their military tents in the camp of Israel, to which they returned, in order to take with them their goods, their substance and riches, their part of the spoil of the enemy, which of right belonged to them.

Jozua 22:6 In-Context

4 En nu, de HEERE, uw God, heeft uw broederen rust gegeven, gelijk Hij hun toegezegd had; keert dan nu wederom, en gaat gij naar uw tenten, naar het land uwer bezitting, hetwelk u Mozes, de knecht des HEEREN, gegeven heeft op gene zijde van de Jordaan.
5 Alleenlijk neemt naarstiglijk waar te doen het gebod en de wet, die u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt, en dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, en dat gij Hem dient met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
6 Alzo zegende hen Jozua, en hij liet hen gaan; en zij gingen naar hun tenten.
7 Want aan de helft van den stam van Manasse had Mozes een erfdeel gegeven in Bazan; maar aan de andere helft van denzelven gaf Jozua een erfdeel bij hun broederen, aan deze zijde van de Jordaan westwaarts. Verder ook als Jozua hen liet trekken naar hun tenten, zo zegende hij hen.
8 En hij sprak tot hen, zeggende: Keert weder tot uw tenten met veel rijkdom, en met zeer veel vee, met zilver, en met goud, en met koper, en met ijzer, en met zeer veel klederen; deelt den roof uwer vijanden met uw broederen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.