Klaagliederen 3:2

2 Aleph. Hij heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en niet in het licht.

Klaagliederen 3:2 Meaning and Commentary

Lamentations 3:2

He hath led me, and brought [me into] darkness
Which oftentimes signifies distress, calamity, and affliction, of one sort or another: thus the Jews were brought into the darkness of captivity; Jeremiah to the darkness of a dungeon, to which there may be an allusion; and Christ his antitype was under the hidings of God's face; and at the same time there was darkness all around him, and all over the land; and all this is attributed to God; it being by his appointment, and by his direction and permission: but not [into] light;
prosperity and joy; the affliction still continuing; though God does in his due time bring his people to the light of comfort, and of his gracious presence, as he did the above persons; see ( Psalms 97:11 ) ( 112:4 ) .

Klaagliederen 3:2 In-Context

1 Aleph. Ik ben de man, die ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid.

2 Aleph. Hij heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en niet in het licht.

3 Aleph. Hij heeft Zich immers tegen mij gewend, Hij heeft Zijn hand den gansen dag veranderd.

4 Beth. Hij heeft mijn vlees en mijn huid oud gemaakt, Hij heeft mijn beenderen gebroken.

5 Beth. Hij heeft tegen mij gebouwd, en Hij heeft mij met galle en moeite omringd.