Leviticus 11:11

11 Ja, een verfoeisel zullen zij u zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij verfoeien.

Leviticus 11:11 Meaning and Commentary

Leviticus 11:11

They shall be even an abomination to you
This is repeated again and again, to deter from the eating of such fishes, lest there should be any desire after them:

ye shall not eat of their flesh,
here mention is made of the flesh of fishes, as is by the apostle, ( 1 Corinthians 15:39 ) . Aben Ezra observes, that their wise men say, this is according to the usage of words in those ages:

but you shall have their carcasses in abomination;
not only abstain from eating them and touching them, but to express the utmost aversion to them.

Leviticus 11:11 In-Context

9 Dit zult gij eten van al wat in de wateren is: al wat in de wateren, in de zeeen en in de rivieren, vinnen en schubben heeft, dat zult gij eten;
10 Maar al wat in de zeeen en in de rivieren, van alle gewemel der wateren, en van alle levende ziel, die in de wateren is, geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
11 Ja, een verfoeisel zullen zij u zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij verfoeien.
12 Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
13 En van het gevogelte zult gij deze verfoeien, zij zullen niet gegeten worden, zij zullen een verfoeisel zijn: de arend, en de havik, en de zeearend,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.