Leviticus 8:13

13 Ook deed Mozes de zonen van Aaron naderen, en trok hun rokken aan, en gordde hen met een gordel, en bond hun mutsen op, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

Leviticus 8:13 Meaning and Commentary

Leviticus 8:13

And Moses brought Aaron's sons
His four sons, Nadab and Abihu, Eleazar and Ithamar, to the door of the tabernacle of the congregation; he ordered and directed them to come there, or sent proper persons to fetch them, or from one part of the court, where they were, he might accompany them thither:

and put coats upon them, and girded them with girdles:
which were made of fine linen, ( Exodus 39:27 Exodus 39:28 ) and the coats being made long to reach down to the ankles, needed girdles, especially when in service, that they might perform it more expeditiously:

and put bonnets on them;
which were made of fine linen also, and differed from the mitre of the high priest only in the manner of rolling up the linen:

as the Lord commanded Moses;
as all the above things were made, so they were all put on, according to the directions Moses received of the Lord, who was faithful in his house, with respect to everything he enjoined him, ( Hebrews 3:2 Hebrews 3:5 ) .

Leviticus 8:13 In-Context

11 En hij sprengde daarvan op het altaar zevenmaal; en hij zalfde het altaar, en al zijn gereedschap, mitsgaders het wasvat en zijn voet, om die te heiligen.

12 Daarna goot hij van de zalfolie op het hoofd van Aaron, en hij zalfde hem, om hem te heiligen.

13 Ook deed Mozes de zonen van Aaron naderen, en trok hun rokken aan, en gordde hen met een gordel, en bond hun mutsen op, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

14 Toen deed hij den var des zondoffers bijkomen; en Aaron en zijn zonen legden hun handen op het hoofd van den var des zondoffers;

15 En men slachtte hem; en Mozes nam het bloed, en deed het met zijn vinger rondom op de hoornen des altaars, en ontzondigde het altaar; daarna goot hij het bloed uit aan den bodem des altaars, en heiligde het, om voor hetzelve verzoening te doen.