Lukas 18:4

4 En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;

Lukas 18:4 Meaning and Commentary

Luke 18:4

And he would not for a while
He would give no ear to her cries, nor take her cause in hand, nor right her wrongs, and clear her of her adversary:

but afterward he said within himself;
as he was considering the matter in his own mind, and reflecting on this woman's case and the frequent application she had made to him:

though I fear not God, nor regard man;
a monster in iniquity he was, to say so of himself; for though the character belongs to many, there are few that are so impudent in sin, as to take it to themselves, and glory in it.

Lukas 18:4 In-Context

2 Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.
3 En er was een zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende: Doe mij recht tegen mijn wederpartij.
4 En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vreze, en geen mens ontzie;
5 Nochtans, omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke.
6 En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.