Lukas 18:41

41 Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide: Heere! dat ik ziende mag worden.

Lukas 18:41 Meaning and Commentary

Luke 18:41

Saying, what wilt thou that I shall do unto thee?
&c.] Is it alms thou askest? or is it thy sight thou wouldst have restored?

and he said, Lord, that I may receive my sight;
this he chose, this was his request, and what he cried so vehemently for; and which he believed Christ, the son of David, was able to do for him.

Lukas 18:41 In-Context

39 En die voorbijgingen, bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner!
40 En Jezus, stilstaande, beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij Hem gekomen was, vraagde Hij hem,
41 Zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En hij zeide: Heere! dat ik ziende mag worden.
42 En Jezus zeide tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden.
43 En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, dat ziende, gaf Gode lof.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.