Lukas 20:25

25 En Hij zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.

Lukas 20:25 Meaning and Commentary

Luke 20:25

And he said unto them, render therefore unto Caesar the
things which be Caesar's
The Arabic version renders it, "give to the king what is the king's"; the tribute that was due to him; since they were under his government, and were protected by him, and traded with his money; the currency of which among them was an acknowledgment of him as their sovereign:

and unto God the things which be God's;
which relate to his worship, honour, interest, and kingdom; (See Gill on Matthew 22:21).

Lukas 20:25 In-Context

23 En Hij, hun arglistigheid bemerkende, zeide tot hen: Wat verzoekt gij Mij?
24 Toont Mij een penning; wiens beeld en opschrift heeft hij? En zij, antwoordende, zeiden: Des keizers.
25 En Hij zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is.
26 En zij konden Hem in Zijn woord niet vatten voor het volk; en zich verwonderende over Zijn antwoord, zwegen zij stil.
27 En tot Hem kwamen sommigen der Sadduceen, welke tegensprekende zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem.

Related Articles

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.