Mattheüs 24:48

48 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen;

Mattheüs 24:48 Meaning and Commentary

Matthew 24:48

But and if that evil servant
Or should there be an evil servant, an unwise and faithless one, who though he may have gifts and talents, yet destitute of the grace of God; and though he may be in the highest post and office in the church of God for sometimes wicked and graceless men are in such places; yet if he shall say in his heart;
secretly to himself, and with pleasure to his mind, and strengthen himself in a full persuasion of this, my Lord delayeth his coming;
and begins to think that either he will not come at all, to call him to an account for the use of his time, gifts, and talents; or if he does, it will be long first ere he will come, and visit the people of the Jews, by desolating calamities; or by death, to summon him to his bar; or at judgment, to give in his account of his stewardship.

Mattheüs 24:48 In-Context

46 Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende.

47 Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen.

48 Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen;

49 En zou beginnen zijn mededienstknechten te slaan, en te eten en te drinken met de dronkaards;

50 Zo zal de heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet;