Mattheüs 25:38

38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed?

Mattheüs 25:38 Meaning and Commentary

Matthew 25:38

When saw we thee a stranger, and took thee in?
&c.] As they had never seen him hungry and thirsty, in his own person, though he was both in the days of his flesh, and were ministered to, both by angels, and by good women out of their substance; so they had never seen him a stranger, and took him into their houses; yet they had, seen him hungry and thirsty, and as a stranger in his members, and had done these good offices to him in them, and to them for his sake:

or naked, and clothed thee?
for so Christ in person never was, until stripped of his raiment by the soldiers, and officers; but they had seen many of his poor saints without clothing, and had covered their nakedness.

Mattheüs 25:38 In-Context

36 Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en gespijzigd, of dorstig, en te drinken gegeven?
38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, en geherbergd, of naakt en gekleed?
39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?
40 En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.