Mattheüs 7:25

25 En er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond.

Mattheüs 7:25 Meaning and Commentary

Matthew 7:25

And the rains descended, and the floods came
These several metaphors of "rain", "floods", "stream", and "winds", may design the temptations of Satan, the persecutions of the world, the corruptions of a man's own heart, and the errors and false doctrines of men; from all which such a man is safe, who is built upon the rock Christ Jesus; see ( Isaiah 32:2 ) not but that the rain of temptation may descend upon him, with great violence and force, but shall not beat him down; he shall be made able to bear the whole force of it; the gates of hell cannot prevail against him; the floods of persecution may be cast after him, but shall not carry him away; the stream of corruption may run strong against him, yet shall not overset him; and the wind of divers and strange doctrines may blow hard upon him, but not cast him down: some damage he may receive by these several things, but shall not be destroyed; he may be shaken by them, but not so as to be removed off of the foundation, on which he is laid; yea, he may fail from some degree of the steadfastness of his faith, but not so as to fail totally and finally; the reason is, because he is founded on the rock Christ Jesus, which is sure and immoveable: whence it appears that such a man acts the wise and prudent part, and may be truly called "a wise man".

Mattheüs 7:25 In-Context

23 En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!

24 Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft;

25 En er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond.

26 En een iegelijk, die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft;

27 En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot.