Micha 4:12

12 Maar zij weten de gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft als garven tot den dorsvloer.

Micha 4:12 Meaning and Commentary

Micah 4:12

But they know not the thoughts of the Lord, neither understand
they his counsel
Which are very different from theirs: the thoughts and designs of the enemies of Zion, in the times of the Maccabees, were, to destroy utterly the people of God, and root them out of the earth, and abolish their religion and worship; but the intentions of God were to defeat them, and bring them to ruin: the views of the kings of the earth, being stirred up by unclean spirits to the battle of Almighty God, will be to extirpate the interest and kingdom of Christ; but the end of the Lord, in suffering them to be gathered together, will be utterly and totally to destroy them; and the counsel of the Lord, that shall stand, and the thoughts of his heart, to all generations. Men know their own designs, but they do not know the designs of the Lord; they intend the ruin of others, but God intends to bring about theirs; and his intentions are never frustrated, but theirs are; for he shall gather them as sheaves into the floor;
as, when the harvest is ripe, it is cut down, and bound up in sheaves, and brought home, and these are laid in order upon the floor to be threshed; so, when the nations of the earth are fully ripe for ruin, God will put, or order to be put; in the sickle, and cut them down, and bind them in bundles, and lay them on his threshingfloor of wrath and vengeance, and utterly destroy them contrary to their views and expectations.

Micha 4:12 In-Context

10 Lijd smart en arbeid om voort te brengen, o dochter Sions! als een barende vrouw; want nu zult gij wel uit de stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar zult gij gered worden; aldaar zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden.

11 Nu zijn wel vele heidenen tegen u verzameld, die daar zeggen: Laat ze ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan Sion.

12 Maar zij weten de gedachten des HEEREN niet, en verstaan Zijn raadslag niet; dat Hij hen vergaderd heeft als garven tot den dorsvloer.

13 Maak u op en dors, o dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen koper maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der ganse aarde. [ (Micah 4:14) Nu, rot u met benden, gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter Israels met de roede op het kinnebakken slaan. ]