Nehemia 11:2

2 En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem te wonen.

Nehemia 11:2 Meaning and Commentary

Nehemiah 11:2

And the people blessed all the men that willingly offered
themselves to dwell at Jerusalem.
] Who were not taken by lot, but of their own accord settled at Jerusalem; they praised them for it, and wished them all happiness and prosperity, since they denied themselves of ease and profit for the sake of the public good; and it is this which makes the difference between the list of the inhabitants of Jerusalem in ( 1 Chronicles 9:2 ) &c. and this here, that takes in all that settled there, whether voluntarily or by lot; this only such as were fixed by the lot, and of them only those who were of greatest note and esteem, as Jarchi observes, and so it follows.

Nehemia 11:2 In-Context

1 Voorts woonden de oversten des volks te Jeruzalem; maar het overige des volks wierpen loten, om uit tien een uit te brengen, die in de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere steden.
2 En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem te wonen.
3 En dit zijn de hoofden van het landschap, die te Jeruzalem woonden; (maar in de steden van Juda woonden, een iegelijk op zijn bezitting, in hun steden, Israel, de priesters, en de Levieten, en de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo).
4 Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athaja, de zoon van Uzzia, den zoon van Zacharja, den zoon van Amarja, den zoon van Sefatja, den zoon van Mahalaleel, van de kinderen van Perez;
5 En Maaseja, de zoon van Baruch, den zoon van Kol-hose, den zoon van Hazaja, den zoon van Adaja, den zoon van Jojarib, den zoon van Zacharja, den zoon van Siloni.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.