39
En van boven de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort, en zij bleven staan in de Gevangenpoort.
40
Daarna stonden de beide dankkoren in Gods huis; ook ik en de helft der overheden met mij.
41
En de priesters, Eljakim, Maaseja, Minjamin, Michaja, Eljoenai, Zacharja, Hananja, met trompetten;
42
Voorts Maaseja, en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en Malchia, en Elam, en Ezer; ook lieten zich de zangers horen, met Jizrahja, den opziener.
43
En zij offerden deszelven daags grote slachtofferen, en waren vrolijk; want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren de vrouwen en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van Jeruzalem tot van verre gehoord werd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.