Nehemia 3:27

27 Daarna verbeterden de Thekoieten een ander maat; tegenover den groten uitstekenden toren, en tot aan den muur van Ofel.

Nehemia 3:27 Meaning and Commentary

Nehemiah 3:27

After them the Tekoites repaired another piece
Having finished what they undertook in another part of the wall, ( Nehemiah 3:5 ) , they engage in this part of it; which shows their great zeal and diligence, when their nobles were so backward to it, and withdrew from it:

over against the great tower that lieth out;
the same as in the preceding verse:

even unto the wall of Ophel;
from right against the great tower unto the wall the Tekoites repaired.

Nehemia 3:27 In-Context

25 Palal, de zoon van Uzai, tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des konings huis uitsteekt, die bij den voorhof der gevangenis is; na hem Pedaja, de zoon van Paros;
26 De Nethinim nu, die in Ofel woonden, tot tegenover de Waterpoort aan het oosten, en den uitstekenden toren.
27 Daarna verbeterden de Thekoieten een ander maat; tegenover den groten uitstekenden toren, en tot aan den muur van Ofel.
28 Van boven de Paardenpoort verbeterden de priesteren, een iegelijk tegenover zijn huis.
29 Daarna verbeterde Zadok, de zoon van Immer, tegenover zijn huis. En na hem verbeterde Semaja, de zoon van Sechanja, de bewaarder van de Oostpoort.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.