Numberi 1:48

48 Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende:

Numberi 1:48 Meaning and Commentary

Numbers 1:48

For the Lord had spoken unto Moses
Not to number the Levites, when he gave him the orders to number the rest of the tribes: this is observed, lest it should be thought that this was what Moses did of himself, out of affection to the tribe he was of, and to spare it, that it might not be obliged to go forth to war when others did; not that they were forbid to engage in war, or that it was unlawful for them so to do, for when necessity required, and they were of themselves willing to engage in it, they might, as appears in the case of the Maccabees, but they might not be forced into it; they were, as Josephus

---

FOOTNOTES:

F5 says, exempted from it; and so all concerned in religious service, both among Heathens and Christians, have always been excused bearing arms:

saying;
as follows.

F5 Antiqu. l. 3. c. 12. sect. 4.

Numberi 1:48 In-Context

46 Al de getelden dan waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.

47 Maar de Levieten, naar den stam hunner vaderen, werden onder hen niet geteld.

48 Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende:

49 Alleen de stam van Levi zult gij niet tellen, noch hun som opnemen, onder de zonen van Israel.

50 Maar gij, stel de Levieten over den tabernakel der getuigenis, en over al zijn gereedschap, en over alles, wat daartoe behoort; zij zullen den tabernakel dragen, en al zijn gereedschap; en zij zullen dien bedienen, en zij zullen zich rondom den tabernakel legeren.