Numberi 19:1

1 Wijders sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:

Numberi 19:1 Meaning and Commentary

Numbers 19:1

And the Lord spake unto Moses, and unto Aaron
Not at this time, after the business of the spies, and the affair of Korah, but before the children of Israel departed from Sinai; and so Aben Ezra observes, that this was spoken in the wilderness of Sinai, when the Lord commanded to put unclean persons out of the camp, and when some were defiled with a dead body, and unfit for the passover, ( Numbers 5:2 ) ( 9:6 ) ; and mention is made of the "water of purifying", ( Numbers 8:7 ) ;

saying;
as follows.

Numberi 19:1 In-Context

1 Wijders sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
2 Dit is de inzetting van de wet, die de HEERE geboden heeft, zeggende: Spreek tot de kinderen Israels, dat zij tot u brengen een rode volkomen vaars, in welke geen gebrek is, op welke geen juk gekomen is.
3 En gij zult die geven aan Eleazar, den priester; en hij zal haar uitbrengen tot buiten het leger, en men zal haar voor zijn aangezicht slachten.
4 En Eleazar, den priester, zal van haar bloed met zijn vinger nemen, en hij zal van haar bloed recht tegenover de tent der samenkomst zevenmaal sprengen.
5 Voorts zal men deze vaars voor zijn ogen verbranden; haar vel, en haar vlees, en haar bloed, met haar mest, zal men verbranden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.