Numberi 22:16

16 Die tot Bileam kwamen, en hem zeiden: Alzo zegt Balak, de zoon van Zippor: Laat u toch niet beletten tot mij te komen!

Numberi 22:16 Meaning and Commentary

Numbers 22:16

And they came to Balaam
Though men of such rank and dignity, they did not decline the embassy, being sent by their king; nor did they think it below them to wait upon this soothsayer:

and said unto him, thus saith Balak the son of Zippor;
representing their master, and addressing the diviner in his name, as his ambassadors; at the same time doing honour to Balak that sent them, of whom they speak respectfully, and to Balaam, to whom they were sent:

let nothing, I pray thee, hinder thee from coming unto me;
no business, though ever so important, that might be upon his hands; nor any want of respect to him he might imagine; nor if the rewards offered were not thought sufficient; nor any persuasions of men to the contrary; and if it could be thought he knew anything of the prohibition of God, that may be included; so urgent was he upon his coming to him.

Numberi 22:16 In-Context

14 Zo stonden dan de vorsten der Moabieten op, en kwamen tot Balak, en zij zeiden: Bileam heeft geweigerd met ons te gaan.

15 Doch Balak voer nog voort vorsten te zenden, meer en eerlijker, dan die waren;

16 Die tot Bileam kwamen, en hem zeiden: Alzo zegt Balak, de zoon van Zippor: Laat u toch niet beletten tot mij te komen!

17 Want ik zal u zeer hoog vereren, en al wat gij tot mij zeggen zult, dat zal ik doen; zo kom toch, vervloek mij dit volk!

18 Toen antwoordde Bileam, en zeide tot de dienaren van Balak: Wanneer Balak mij zijn huis vol zilver en goud gave, zo vermocht ik niet het bevel des HEEREN mijns Gods te overtreden, om te doen klein of groot.