Numberi 7:10

10 En de oversten offerden ter inwijding des altaars, op den dag als hetzelve gezalfd werd; de oversten dan offerden hun offeranden voor het altaar.

Numberi 7:10 Meaning and Commentary

Numbers 7:10

And the princes offered for dedicating of the altar
For setting it apart to sacred use and service, even the altar of burnt offering; or rather after it had bean sanctified and set apart, when it began to be made use of for sacrifice:

in the day that it was anointed;
with the anointing oil, whereby it was devoted to sacred service;

even the princes offered their offering before the altar;
the altar of burnt offering; they brought their vessels for the service of it, and the creatures for sacrifice, and set them before it; signifying what they meant, thereby, that the silver and golden vessels were for the use of it, and the beasts for sacrifice to be offered up on it: and here Jarchi also observes, that Moses would not receive their offering until he knew the mind of God about it, and it was declared to him from himself.

Numberi 7:10 In-Context

8 En vier wagens en acht runderen gaf hij den zonen van Merari, naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den zoon van Aaron, den priester.
9 Maar de zonen van Kohath gaf hij niet; want de dienst der heilige dingen was op hen, die zij op de schouderen droegen.
10 En de oversten offerden ter inwijding des altaars, op den dag als hetzelve gezalfd werd; de oversten dan offerden hun offeranden voor het altaar.
11 En de HEERE zeide tot Mozes: Elke overste zal, een iegelijk op zijn dag, zijn offerande offeren, ter inwijding des altaars.
12 Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.