29
En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Eliab, den zoon van Helon.
30
Op den vierden dag offerde de overste der kinderen van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur.
31
Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;
32
Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.