And Moses spake unto the children of Israel, that they should keep the passover. ] The time now drawing nigh for the observation of it, it being now almost a year since their coming out of Egypt.
2
Dat de kinderen Israels het pascha houden zouden, op zijn gezetten tijd.
3
Op den veertienden dag in deze maand, tussen twee avonden zult gij dat houden, op zijn gezetten tijd; naar al zijn inzettingen, en naar al zijn rechten zult gij dat houden.
4
Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, dat zij het pascha zouden houden.
5
En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinai; naar alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israels.
6
Toen waren er lieden geweest, die over het dode lichaam eens mensen onrein waren, en op denzelven dag het pascha niet hadden kunnen houden; daarom naderden zij voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Aaron op dienzelven dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.