Openbaring 16:4

4 En de derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed.

Openbaring 16:4 Meaning and Commentary

Revelation 16:4

And the third angel poured his vial upon the rivers and
fountains of waters
Which also is not to be literally understood of a stagnation of them, before the burning of the world; nor of the destruction of Popish fleets and navies, such as the Spanish armada in 1588, and others since; but rather of Popish writings, of the most learned and subtle men among them, who like rivers and fountains, which supply and fill the sea, support and keep up the Romish jurisdiction and hierarchy; and of the confutation of them by Protestant writers; and of the utter destruction of their principal orders, and chief men among them, as cardinals, archbishops, bishops, priests, Jesuits though it seems chiefly to design the places near to Rome, such as Italy and Savoy; for as the third trumpet affects the rivers and fountains, ( Revelation 8:10 ) and brings in the Huns into Italy, and issued in the destruction of the empire; so the third vial affects the same, and brings terrible wars, and great effusion of blood, where so much of the blood of the saints have been shed: hence it follows, and they became blood; these countries will be covered with blood, and a reformation will ensue upon it; the allusion is to ( Exodus 7:19-21 ) .

Openbaring 16:4 In-Context

2 En de eerste ging henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd een kwaad en boos gezweer aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden.

3 En de tweede engel goot zijn fiool uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee.

4 En de derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de fonteinen der wateren; en de wateren werden bloed.

5 En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt;

6 Dewijl zij het bloed der heiligen, en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig.