Ruth 1:14

14 Toen hieven zij haar stem op, en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan.

Ruth 1:14 Meaning and Commentary

Ruth 1:14

And they lifted up their voice, and wept again
Not being able to bear the thought of parting, or that they must be obliged to it:

and Orpah kissed her mother in law;
gave her the parting kiss, as the Jews F5 call it; and which was used by other people F6; but not without affection to her, and took her leave of her, as her kiss testified, since it must be so; and being moved by her reasons, and having a greater inclination to her own country than Ruth had; of the kiss at parting, see ( Genesis 31:28 ) ( 1 Kings 19:20 )

but Ruth clave unto her;
hung about her, would not part from her, but cleaved unto her in body and mind; forsaking her own people, and her father's house; neither the thought of them, nor of her native country, nor of not having an husband, or any likelihood of it, nor of poverty and distress, had any manner of influence upon her, but determined she was to go and abide with her.


FOOTNOTES:

F5 Bereshit Rabba, sect. 70. fol. 62. 4. Shemot, sect. 5. fol. 94. 4.
F6 "----discedens oscula nulla dedi". Ovid. ep. 3. ver. 14.

Ruth 1:14 In-Context

12 Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde;
13 Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan.
14 Toen hieven zij haar stem op, en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan.
15 Daarom zeide zij: Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na.
16 Maar Ruth zeide: Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk, en uw God mijn God.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.