Handelingen 7:28

28 Wilt gij mij ook ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den Egyptenaar omgebracht hebt?

Handelingen 7:28 Meaning and Commentary

Acts 7:28

Wilt thou kill me as thou didst the Egyptian yesterday?
] That is, is it thy will? dost thou design to kill me? or, as in ( Exodus 2:14 ) "intendest" thou to kill me? In the Hebrew text it is, "wilt thou kill me, dost thou say?" that is, as Aben Ezra rightly interprets it, dost thou say so "in thine heart?" which is a much better observation than that of Jarchi's;

``from hence we learn, says he, that he slew him by the ineffable name:''

though this is the sense of some of their ancient doctors F3;

``"to kill me dost thou say?" it is not said, "dost thou seek?" but "dost thou say?" from whence you may learn, that the ineffable name was made mention of over the Egyptian, and he slew him.''

The word "yesterday" is added by Stephen, but with great truth and propriety, and is in the Septuagint version of ( Exodus 2:14 ) . The "as" here does not intend the manner of killing, whether by the fist or sword, or by pronouncing the word Jehovah, as Jarchi thinks, but killing itself, by whatsoever way; and the words were very spitefully said, on purpose to publish the thing, and to expose Moses to danger of life, as it did.


FOOTNOTES:

F3 Shemot Rabba, ib.

Handelingen 7:28 In-Context

26 En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk?
27 En die zijn naaste ongelijk deed, verstiet hem, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld?
28 Wilt gij mij ook ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den Egyptenaar omgebracht hebt?
29 En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon.
30 En als veertig jaren vervuld waren, verscheen hem de Engel des Heeren, in de woestijn van den berg Sinai, in een vlammig vuur van het doornenbos.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.