Jesaja 24:20

20 De aarde zal ganselijk waggelen, gelijk een dronkaard, en zij zal heen en weder bewogen worden, gelijk een nachthut; en haar overtreding zal zwaar op haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan.

Jesaja 24:20 Meaning and Commentary

Isaiah 24:20

The earth shall reel to and fro like a drunkard
When it shall be moved and agitated to and fro, and dissolved; or this may be meant of the inhabitants, who shall be at their wits' end, and in the utmost confusion, not knowing what to do, nor where to go, having no more thought, nor sense, nor command of themselves, than a drunken man; and this is in just retaliation, that as they have been drunk with sin, having drank up iniquity like water, they shall now be drunk with punishment, which being heavy upon them, will make them stagger like a drunken man: and shall be removed like a cottage;
or, "a tent" ^F24; either of soldiers or shepherds, which are easily taken down and moved; or like "a lodge" ^F25, as the word is rendered ( Isaiah 1:8 ) . The Septuagint render it a "fruit watch"; and, according to the Jewish writers, it signifies a booth or tent, in which the keepers of gardens or vineyards watched in the night; which Jarchi says was built on the top of a tree, and Kimchi on a hill; and, being made of light wood, was easily moved to and fro with the wind. The Targum is,

``and it goes and comes as a bed;''

that is, rocks as a cradle: and the transgression thereof shall be heavy upon it;
that is, the punishment of transgression, which, like a talent of lead, in ( Zechariah 5:8 ) shall crush it, and the inhabitants of it, to pieces: and it shall fall, and not rise again;
in the form it now is; for there will be new heavens and a new earth, in which the righteous, who will share the first resurrection, will dwell; for as for the first earth, or present one, it shall pass away, and no place be found for it, ( Revelation 20:11 ) ( 21:2 ) .

---

FOOTNOTES:

F24 (hnwlmk) "quasi tabernaculum", V. L.
F25 "Ut diversoriolum", Piscator.

Jesaja 24:20 In-Context

18 En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.

19 De aarde zal ganselijk verbroken worden, de aarde zal ganselijk vaneen gescheurd worden, de aarde zal ganselijk bewogen worden.

20 De aarde zal ganselijk waggelen, gelijk een dronkaard, en zij zal heen en weder bewogen worden, gelijk een nachthut; en haar overtreding zal zwaar op haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan.

21 En het zal geschieden te dien dage, dat de HEERE bezoeking doen zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over de koningen des aardbodems op den aardbodem.

22 En zij zullen samenvergaderd worden, gelijk de gevangenen in een put, en zij zullen besloten worden in een gevangenis, maar na vele dagen weder bezocht worden.