Markus 3:30

30 Want zij zeiden: Hij heeft een onreinen geest.

Markus 3:30 Meaning and Commentary

Mark 3:30

Because they, said, he hath an, unclean spirit.
] They charged Christ with having a devil, and his miracles with being wrought by the help of the devil; when, at the same time, they knew in their own consciences they were works which were wrought by the finger and Spirit of God, and so were guilty of the sin against the Holy Ghost; the unpardonable sin, for which there is no remission: and this is mentioned as a reason why our Lord said what he did concerning that sin; because they had been guilty of it, and so were liable to everlasting punishment on account of it.

Markus 3:30 In-Context

28 Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen der mensen zullen vergeven worden, en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben;

29 Maar zo wie zal gelasterd hebben tegen den Heiligen Geest, die heeft geen vergeving in der eeuwigheid, maar hij is schuldig des eeuwigen oordeels.

30 Want zij zeiden: Hij heeft een onreinen geest.

31 Zo kwamen dan Zijn broeders en Zijn moeder; en buiten staande, zonden zij tot Hem, en riepen Hem.

32 En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders daar buiten zoeken U.