Spreuken 7:4

4 Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

Spreuken 7:4 Meaning and Commentary

Proverbs 7:4

Say unto wisdom, Thou art [my] sister
Intimately acquainted, greatly beloved, and highly delighted in: this may be understood both of the Gospel, the wisdom of God in a mystery, which men should be conversant with, be strongly affected to, and take delight and pleasure in; and of Christ, the essential Wisdom of God, and who stands in the relation of a brother to his people, and should be respected as such; and call understanding [thy] kinswoman;
or "kinsman" ^F1; such Christ is in our nature, our "goel", our near kinsman, partaker of the same flesh and blood, and therefore is not ashamed to call us brethren, nor should we be ashamed to call him kinsman: moreover, his Word and Gospel, and the understanding of it, should be familiar to us; it should be well "known" ^F2 by us, as the word used signifies, and dwell richly in us.

---

FOOTNOTES:

F1 (edm) "cognatum", Piscator.
F2 "Notam", Montanus, Michaelis.

Spreuken 7:4 In-Context

2 Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als den appel uwer ogen.

3 Bind ze aan uw vingeren, schrijf ze op de tafels uws harten.

4 Zeg tot de wijsheid: Gij zijt mijn zuster; en heet het verstand uw bloedvriend;

5 Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit.

6 Want door het venster van mijn huis, door mijn tralie keek ik uit;