1 Koningen 14:15

15 De HEERE zal ook Israel slaan, gelijk een riet in het water omgedreven wordt, en zal Israel uitrukken uit dit goede land, dat Hij hun vaderen gegeven heeft, en zal hen verstrooien op gene zijde der rivier; daarom dat zij hun bossen gemaakt hebben, den HEERE tot toorn verwekkende.

1 Koningen 14:15 Meaning and Commentary

1 Kings 14:15

And the Lord shall smite Israel as a reed is shaken in the
water
Either by the wind or by the stream; and may signify the fluctuating and uncertain condition Israel should be in future reigns, through civil wars, and the translation of the kingdom into different families; so that there was continually disquietude and uneasiness, and no settled peace and tranquillity:

and he shall root up Israel out this good land he gave to their
fathers;
which was brought about, first by Tiglathpileser, and then by Shalmaneser, kings of Assyria, that carried them captives from hence:

and shall scatter them beyond the river;
the river Euphrates, as the Targum: or, as others, the river Gozan, ( 2 Kings 17:6 )

because they have made their groves, provoking the Lord to anger:
in which groves they placed idols, and worshipped them, which was highly provoking to the Lord, and the cause of their dispersion.

1 Koningen 14:15 In-Context

13 En gans Israel zal hem beklagen, en hem begraven; want deze alleen van Jerobeam zal in het graf komen, omdat in hem wat goeds voor den HEERE, den God Israels, in het huis van Jerobeam gevonden is.

14 Doch de HEERE zal Zich een koning verwekken over Israel, die het huis van Jerobeam ten zelfden dage uitroeien zal; maar wat zal het ook nu zijn?

15 De HEERE zal ook Israel slaan, gelijk een riet in het water omgedreven wordt, en zal Israel uitrukken uit dit goede land, dat Hij hun vaderen gegeven heeft, en zal hen verstrooien op gene zijde der rivier; daarom dat zij hun bossen gemaakt hebben, den HEERE tot toorn verwekkende.

16 En Hij zal Israel overgeven, om Jerobeams zonden wil, die gezondigd heeft, en die Israel heeft doen zondigen.

17 Toen maakte zich Jerobeams vrouw op, en ging heen, en kwam te Thirza; als zij nu op den dorpel van het huis kwam, zo stierf de jongeling.