1 Koningen 18:36

36 Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.

1 Koningen 18:36 Meaning and Commentary

1 Kings 18:36

And it came to pass, at the time of the offering of the
evening sacrifice
Which the people of God at Jerusalem were now attending to:

that Elijah the prophet came near;
to the altar he had built, and on which he had laid the sacrifice:

and said;
in prayer to God:

Lord God of Abraham, Isaac, and Jacob;
the covenant God of the ancestors of his people, though they had now so fully departed from him:

let it be known this day that thou art God in Israel;
and that there is no other:

and that I am thy servant;
a true worshipper of him, and his faithful prophet and minister:

and that I have done all these things at thy word;
restrained rain from the earth for some years past, and now had convened Israel, and the false prophets, together, that by a visible sign from heaven it might be known who was the true God; all which he did not of himself, but by the impulse, direction, and, commandment of the Lord.

1 Koningen 18:36 In-Context

34 En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet het op het brandoffer en op het hout. En hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij: Doet het ten derden male. En zij deden het ten derden male;

35 Dat het water rondom het altaar liep; daartoe vulde hij ook de groeve met water.

36 Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.

37 Antwoord mij, HEERE, antwoord mij; opdat dit volk erkenne, dat Gij, o HEERE, die God zijt, en dat Gij hun hart achterwaarts omgewend hebt.

38 Toen viel het vuur de HEEREN, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja, lekte dat water op, hetwelk in de groeve was.