1 Kronieken 28:4

4 Nu heeft mij de HEERE, de God Israels, verkoren uit mijns vaders ganse huis, dat ik tot koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij heeft Juda tot een voorganger verkoren, en mijns vaders huis in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft Hij een welgevallen aan mij gehad, dat Hij mij ten koning maakte over gans Israel.

1 Kronieken 28:4 Meaning and Commentary

1 Chronicles 28:4

Howbeit, the Lord God of Israel chose me before all the house
of my father to be king over Israel for ever
Passing by all his brethren who were elder than he, he pitched upon him, and ordered him to be anointed king of Israel, see ( 1 Samuel 16:10 1 Samuel 16:12 ) , and that for ever, for a long time, as long as he lived; or rather in his posterity for many years to come, and best of all in his antitype Christ, the son of David, see ( Luke 1:32 Luke 1:33 )

for he hath chosen Judah to be the ruler;
the tribe of Judah to be the seat of government, and one out of that tribe to be the chief ruler, see ( 1 Chronicles 5:2 ) ( Genesis 49:10 )

and of the house of Judah, the house of my father;
out of that tribe he chose his father's family, to take from thence one to be king of Israel:

and among the sons of my father he liked me to make me king over all
Israel;
though the youngest of them, ( 1 Samuel 16:11 ) , this was his will and pleasure.

1 Kronieken 28:4 In-Context

2 En de koning David stond op zijn voeten, en hij zeide: Hoort mij, mijn broeders, en mijn volk! Ik had in mijn hart een huis der rust voor de ark des verbonds des HEEREN te bouwen, en voor de voetbank der voeten onzes Gods, en ik heb gereedschap gemaakt om te bouwen.

3 Maar God heeft tot mij gezegd: Gij zult Mijn Naam geen huis bouwen, want gij zijt een krijgsman, en gij hebt veel bloeds vergoten.

4 Nu heeft mij de HEERE, de God Israels, verkoren uit mijns vaders ganse huis, dat ik tot koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij heeft Juda tot een voorganger verkoren, en mijns vaders huis in het huis van Juda; en onder de zonen mijns vaders heeft Hij een welgevallen aan mij gehad, dat Hij mij ten koning maakte over gans Israel.

5 En uit al mijn zonen (want de HEERE heeft mij vele zonen gegeven) zo heeft Hij mijn zoon Salomo verkoren, dat hij zitten zou op den stoel des koninkrijks des HEEREN over Israel.

6 En Hij heeft tot mij gezegd: Uw zoon Salomo, die zal Mijn huis en Mijn voorhoven bouwen; want Ik heb hem Mij uitverkoren tot een zoon, en Ik zal hem tot een Vader zijn.