1 Samuël 13:13

13 Toen zeide Samuel tot Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van den HEERE, uw God, niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd hebben tot in eeuwigheid.

1 Samuël 13:13 Meaning and Commentary

1 Samuel 13:13

And Samuel said to Saul, thou hast done foolishly
Not by intruding himself into the priest's office, with that he is not charged, but not waiting the full time till Samuel came; which showed his impatience, disregard to Samuel, and distrust of God; and though he thought he had acted wisely, and taken the proper precautions in his circumstances, yet he acted foolishly; and though a king, Samuel being a prophet of the Lord, and in his name, spared not to tell him so:

thou hast not kept the commandment of the Lord thy God, which he
commanded thee;
by his prophet, that he should wait seven days for his coming, who would then offer sacrifices, and tell him what he should do; and not to keep the commandment of God was acting a foolish part:

for now would the Lord have established thy kingdom upon Israel for
ever;
that is, for a long time, on his son, and son's son; and then, according to promise and prophecy, it would come to one of the tribe of Judah; but now seeing he had acted such a part, it should not continue long in his family, no longer than his own life, and quickly come into other hands.

1 Samuël 13:13 In-Context

11 Toen zeide Samuel: Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren,

12 Zo zeide ik: Nu zullen de Filistijnen tot mij afkomen te Gilgal, en ik heb het aangezicht des HEEREN niet ernstelijk aangebeden, zo dwong ik mijzelven, en heb brandoffer geofferd.

13 Toen zeide Samuel tot Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van den HEERE, uw God, niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd hebben tot in eeuwigheid.

14 Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk, omdat gij niet gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had.

15 Toen maakte zich Samuel op, en hij ging op van Gilgal naar Gibea-Benjamins; en Saul telde het volk, dat bij hem gevonden werd, omtrent zeshonderd man.