2 Corinthiërs 7:7

7 En niet alleen door zijn komst, maar ook door de vertroosting, met welke hij over u vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen, uw kermen, uw ijver voor mij; alzo dat ik te meer verblijd ben geweest.

2 Corinthiërs 7:7 Meaning and Commentary

2 Corinthians 7:7

And not by his coming only
It was not barely by his coming, that he and his fellow ministers were so much comforted:

but by the consolation wherewith he was comforted in you.
The church at Corinth received Titus with all respect and reverence; treated him in the most kind and tender manner; satisfied him in the affair of the incestuous person; greatly refreshed his spirits with an account of their faith in Christ, experience of the grace of God, and their regard and close attachment to the honour of religion, and the interest of the Redeemer; many comfortable opportunities had he with them, in preaching among them, and conversing with them; and the account of this added to the apostle's consolation; for the joys and comforts of one believer yield a considerable pleasure, and are matter of joy and comfort, to another:

when he told us your earnest desire;
that is, of seeing the apostle, of satisfying him in the thing he had complained of, and of reformation in their conduct, and the discipline of Christ's house for the future:

your mourning;
for the evil that had been committed among them; the dishonour it had brought upon the doctrine and ways of Christ; their remissness, carelessness, and neglect in discharging their duty; and the grief and sorrow occasioned hereby to the apostle:

your fervent mind toward me;
in vindicating him, his character, doctrine, and conduct, against the false apostles, and others:

so that I rejoiced the more:
his joy on this narrative of things abundantly exceeded his troubles and afflictions, which surrounded him on every side, and overcame and extinguished that sorrow, which had possessed him on their account; and greatly added to the joy he felt by the coming of Titus, and the consolation that he had met with at Corinth.

2 Corinthiërs 7:7 In-Context

5 Want ook, als wij in Macedonie gekomen zijn, zo heeft ons vlees geen rust gehad; maar wij waren in alles verdrukt; van buiten was strijd, van binnen vrees.

6 Doch God, Die de nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus.

7 En niet alleen door zijn komst, maar ook door de vertroosting, met welke hij over u vertroost is geweest, als hij ons verhaalde uw verlangen, uw kermen, uw ijver voor mij; alzo dat ik te meer verblijd ben geweest.

8 Want hoewel ik u in den zendbrief bedroefd heb, het berouwt mij niet, hoewel het mij berouwd heeft; want ik zie, dat dezelve zendbrief, hoewel voor een kleinen tijd, u bedroefd heeft.

9 Nu verblijde ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot bekering; want gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding schade van ons geleden hebt.