2 Koningen 15:34

34 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN; naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, deed hij.

2 Koningen 15:34 Meaning and Commentary

2 Kings 15:34

And he did that which was right in the sight of the Lord
Jarchi, in ( 2 Chronicles 27:2 ) , observes, from a writer of theirs, that in all the kings of Judah before him, even in the best, some sins were found; but in Jotham there was nothing scandalous and reproachful; and it is a high character Josephus ^F9 gives of him, that there was no virtue wanting in him; he was pious towards God, just towards men, and careful of the public good; but the inspired historian chiefly respects matters of religious worship; he did not give into idolatry:

he did according to all that his father Uzziah had done;
that is, according to what was well done by him; he did not imitate him in going into the temple to burn incense, which is particularly excepted. ( 2 Chronicles 27:2 ) .

---

FOOTNOTES:

F9 Antiqu. l. 9. c. 11. sect. 2.

2 Koningen 15:34 In-Context

32 In het tweede jaar van Pekah, den zoon van Remalia, den koning van Israel, werd Jotham koning, de zoon van Uzzia, den koning van Juda.

33 Vijf en twintig jaren was hij oud, als hij koning werd, en regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jerusa, de dochter van Zadok.

34 En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN; naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, deed hij.

35 Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten; dezelve bouwde de hoge poort aan het huis des HEEREN.

36 Het overige nu der geschiedenissen van Jotham, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?