2 Koningen 22:8

8 Toen zeide de hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: Ik heb het wetboek in het huis des HEEREN gevonden; en Hilkia gaf dat boek aan Safan, die las het.

2 Koningen 22:8 Meaning and Commentary

2 Kings 22:8

And Hilkiah the high priest said unto Shaphan the scribe
Not at the first time of his message to him, but afterwards that he attended on him upon the same business; after the high priest had examined the temple to know what repairs it wanted, and where:

I have found the book of the law in the house of the Lord;
some think this was only the book of Deuteronomy, and some only some part of that; rather the whole Pentateuch, and that not a copy of it, but the very autograph of Moses, written with his own hand, as it seems from ( 2 Chronicles 34:14 ) . Some say he found it in the holy of holies, on the side of the ark; there it was put originally; but, indeed, had it been there, he might have found it before, and must have seen it, since, as high priest, he entered there once every year; more probably some pious predecessor of his had taken it from thence in a time of general corruption, as in the reign of Manasseh, and hid it in some private place, under a lay of stones, as Jarchi, in some hole in the wall, which upon search about repairs was found there:

and Hilkiah gave the book to Shaphan, and he read it;
and though there might be some copies of it in private hands, yet scarce; and perhaps Shaphan had never seen one, at least a perfect one, or however had never read it through, as now he did.

2 Koningen 22:8 In-Context

6 Aan de timmerlieden en de bouwlieden, en de metselaars, en om hout en gehouwene stenen te kopen, om het huis te beteren.

7 Doch er werd met hen geen rekening gehouden van het geld, dat in hun hand geleverd was, want zij handelden trouwelijk.

8 Toen zeide de hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: Ik heb het wetboek in het huis des HEEREN gevonden; en Hilkia gaf dat boek aan Safan, die las het.

9 Daarna kwam Safan, de schrijver, tot den koning, en bracht den koning bescheid weder, en hij zeide: Uw knechten hebben het geld, dat in het huis gevonden was, samengebracht, en hebben het gegeven in de hand der verzorgers van het werk, die besteld waren over het huis des HEEREN.

10 Ook gaf Safan, de schrijver, den koning te kennen, zeggende: De priester Hilkia heeft mij een boek gegeven. En Safan las dat voor het aangezicht des konings.