2 Kronieken 26:15

15 Hij maakte ook te Jeruzalem kunstige werken, bedenking van kunstige werkmeesters, dat zij op de torens en op de hoeken zijn zouden, om met pijlen en met grote stenen, te schieten; zo ging zijn naam tot verre toe uit, want hij werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was.

2 Kronieken 26:15 Meaning and Commentary

2 Chronicles 26:15

And he made in Jerusalem engines, invented by cunning men, to
be on the towers, and upon the bulwarks, to shoot arrows and great
stones withal
Such as with the Romans were called "catapultae", "ballistae" ^F21, "scorpiones" ^F23 and by this it appears that these were not first invented in Greece and Rome, but in Judea. It is said ^F24, that the Romans received the machine to batter cities from the Greeks, and that the Trojan horse was no other than a battering ram; but if they did, the invention of them must be ascribed, not to them, but rather to the Syrians and Phoenicians, according to Pliny {y}; though others ^F26 suppose the Carthaginians, who were a colony of theirs, to be the inventors of them; yet, after all, they seem to be the device of some skilful men among the Jews, in the times of Uzziah; according to Diodorus Siculus ^F1, they were not found out when Nineveh was besieged in the times of Sardanapalus:

and his name spread far abroad;
in distant countries, for his warlike dispositions and preparations, which made them stand in fear of him:

for he was helped until he was strong;
he was wonderfully helped by the Lord to build fortified places, raise a numerous army, and provide all sorts of armour for them, and invent such machines as would greatly annoy the enemy, whereby he became very potent, and injected dread round about him.

---

FOOTNOTES:

F21 Cicero. Tusculan. Quaest. l. 2. Tacit. Hist. l. 3. c. 23.
F23 Ammian. Marcellin. l. 23.
F24 Vid. Valtrinum de re militari Roman. l. 5. c. 6.
F25 Nat. Hist. l. 7. c. 56.
F26 Vitruvius de Architectura, l. 10. c. 19. Tertullian. de Pallio, c. 1. & Salmasius in ib. Vid. Turnebi Adversaria, l. 29. c. 18.
F1 Bibliothec. l. 2. p. 113.

2 Kronieken 26:15 In-Context

13 En onder hun hand was een krijgsheir van driehonderd zeven duizend en vijfhonderd, die met strijdbare kracht zich ten oorlog oefenden, om den koning tegen den vijand te helpen.

14 En Uzzia bereidde voor hen, voor het ganse heir, schilden, en spiesen, en helmen, en pantsieren, en bogen, zelfs tot de slingerstenen toe.

15 Hij maakte ook te Jeruzalem kunstige werken, bedenking van kunstige werkmeesters, dat zij op de torens en op de hoeken zijn zouden, om met pijlen en met grote stenen, te schieten; zo ging zijn naam tot verre toe uit, want hij werd wonderlijk geholpen, totdat hij sterk was.

16 Maar als hij sterk geworden was, verhief zich zijn hart tot verdervens toe, en hij overtrad tegen den HEERE, zijn God; want hij ging in den tempel des HEEREN, om te roken op het reukaltaar.

17 Doch Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen.