Deuteronomium 10:17

17 Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt;

Deuteronomium 10:17 Meaning and Commentary

Deuteronomy 10:17

For the Lord your God is God of gods
Of angels and civil magistrates, who are sometimes so called: these are his creatures, act for him and under him, and are accountable to him:

the Lord of lords;
of the kings and princes of the earth, who have their crowns, sceptres, and kingdoms from him, and hold them of him, by and under whom they reign and decree judgment, and who are subject to his authority and control:

a great God;
as the perfections of his nature, the works of his hands, the blessings of his providence and grace, and the extensiveness of his dominion in heaven, earth, and hell, show him to be:

a mighty and a terrible;
mighty and powerful to help, protect, and defend his people; terrible to his and their enemies, even to the kings of the earth:

which regardeth not persons;
but bestows his favours, whether in a way of providence or grace, according to his sovereign will and pleasure, without regard to the works and merits of men, their characters or circumstances:

nor taketh reward;
or bribes, to avert threatened and deserved judgments; see ( Job 36:18 Job 36:19 ) .

Deuteronomium 10:17 In-Context

15 Alleenlijk heeft de HEERE lust gehad aan uw vaderen, om die lief te hebben, en heeft hun zaad na hen, ulieden, uit al de volken verkoren, gelijk het te dezen dage is.

16 Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet meer.

17 Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt;

18 Die het recht van den wees en van de weduwe doet; en den vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geve.

19 Daarom zult gijlieden den vreemdeling liefhebben, want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland.