Deuteronomium 4:31

31 Want de HEERE, uw God, is een barmhartig God; Hij zal u niet verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen, dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.

Deuteronomium 4:31 Meaning and Commentary

Deuteronomy 4:31

For the Lord thy God is a merciful God
In Christ, in whom he has proclaimed his name as such, of which Moses had a comfortable view, ( Exodus 34:6-8 ) and therefore could attest it from his own knowledge and experience:

he will not forsake thee;
though in a strange country, but bring them from thence into their own land again, and favour them with his gracious presence in his house and ordinances:

neither destroy thee;
from being a people; and in a very wonderful manner are they preserved among the nations of the earth to this day:

nor forget the covenant of thy fathers, which he sware unto them;
that a Saviour should come and turn away ungodliness from them, and take away their sins; see ( Romans 11:26 Romans 11:27 ) .

Deuteronomium 4:31 In-Context

29 Dan zult gij van daar den HEERE, uw God, zoeken, en vinden; als gij Hem zoeken zult met uw ganse hart en met uw ganse ziel.

30 Wanneer gij in angst zult zijn, en u al deze dingen zullen treffen; in het laatste der dagen, dan zult gij wederkeren tot den HEERE, uw God, en Zijn stem gehoorzaam zijn.

31 Want de HEERE, uw God, is een barmhartig God; Hij zal u niet verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen, dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.

32 Want, vraag toch naar de vorige dagen, die voor u geweest zijn, van dien dag af, dat God den mens op de aarde geschapen heeft, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde des hemels, of zulk een groot ding geschied of gehoord zij, als dit:

33 Of een volk gehoord hebbe de stem van God, sprekende uit het midden des vuurs, gelijk als gij gehoord hebt, en levend zij gebleven?