Exodus 12:13

13 En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbij gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal.

Exodus 12:13 Meaning and Commentary

Exodus 12:13

And the blood shall be to you for a token upon the houses
where you are
The blood of the passover lamb being sprinkled on the two sideposts and upper doorposts of the houses inhabited by the Israelites, or where they were eating the passover; this should be a sign or token to them of the Lord's making good his promises, to them, and so of their safety, and to the destroying angel not to enter therein, but pass by and save them:

and when I see the blood, I will pass over you;
for which reason this ordinance now instituted was called the passover, because the Lord, on sight of the blood sprinkled, passed over the houses of the Israelites to those of the Egyptians; or "leaped", as Jarchi says, the word signifies, skipped from one Egyptian house to another, passing by that of the Israelites:

and the plague shall not be upon you, to destroy you, when I smite the
land of Egypt,
the pestilence with which the firstborn should be destroyed.

Exodus 12:13 In-Context

11 Aldus nu zult gij het eten: uw lenden zullen opgeschort zijn, uw schoenen aan uw voeten, en uw staf in uw hand; en gij zult het met haast eten; het is des HEEREN pascha.

12 Want Ik zal in dezen nacht door Egypteland gaan, en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten toe; en Ik zal gerichten oefenen aan alle goden der Egyptenaren, Ik, de HEERE!

13 En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbij gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal.

14 En deze dag zal ulieden wezen ter gedachtenis, en gij zult hem den HEERE tot een feest vieren; gij zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige inzetting.

15 Zeven dagen zult gijlieden ongezuurde broden eten; maar aan den eersten dag zult gij het zuurdeeg wegdoen uit uw huizen; want wie het gedesemde eet, van den eersten dag af tot op den zevenden dag, diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit Israel.